Dat lijkt vreemd, maar is verklaarbaar vanuit de gedachte dat je mensen wilt behoeden voor een
(te) grote langlopende lening waarbij ze te allen tijde persoonlijk verantwoordelijk blijven voor het
afbetalen van de volledige hoofdsom. Een objectgebonden financiering geeft op een
andere manier invulling aan het mensen behoeden voor te grote financiële risico’s. In dit geval gaat het niet om een lening die is gekoppeld aan de persoon maar om een financiering die vast zit op
het object, het huis. De woningeigenaar is daarom níet tot in lengte van dagen verantwoordelijk voor de aflossing. Bovendien gaat het om financiering van energetische maatregelen: tegenover de
uitgaven staan ook besparingen. Zolang de hoogte van het maandbedrag van de objectgebonden
financiering ongeveer even groot is als de (al dan niet genormeerde) oude energierekening,
verandert er voor de eigenaar-bewoner (vrijwel) niets aan de maandelijkse lasten. De combinatie
van deze twee aspecten maakt, mits goed uitgewerkt, een objectgebonden financiering van
energiebesparende maatregelen een verantwoorde financiering.
Uitgaande van het 'ontwerp Klimaatakkoord' (december 2018) is opgenomen dat partijen de ontwikkeling van een methodiek van woonlastenneutraliteit verkennen, die leidend kan zijn bij het verstrekken van krediet voor verduurzaming. Wanneer deze methodiek daadwerkelijk wordt ontwikkeld, kan er meer financieringsruimte ontstaan voor energiebesparende maatregelen.
Tot die tijd is, voor instrumenten die worden gecategoriseerd als financieel product en waarvoor de Wft van toepassing is, de reguliere methodiek voor het bepalen van de financieringsruimte van toepassing.
Voor een succesvolle breed en algemeen toepasbare objectgebonden financiering, is het dus erg belangrijk dat deze nieuwe methodiek op basis van woonlastenneutraliteit er komt!